Onderwerp: boodschappen doen |
Bekijk samen het pak met de zandkoekjes mix.
Maak de koekjesdeeg.
Gebruik de verschillende vormpjes.
Smeer de koekjes in met eigeel.
Doe de koekjes in de oven.
Laat de koekjes afkoelen.
Proef de koekjes en deel ze uit.
Mix voor zandkoekjes, kom en mixer, oven, bakvormpjes, deegroller, ei, bakpapier
Wat gaan we bakken? Wat voor koekjes vind je lekker? Wat hebben we nodig? Hoe gaan we de koekjes bakken? Hoe ruiken de koekjes?Kring:
Een mand/tas met (speelgoed) brood, koek, taartje.
Een schort, bakkersmuts, deegroller, garde, kom.
Proefje 1: De bakker in de keuken
Schort, bakkersmuts, deegroller, bakvormpjes, speeloventje, speelgoed brood/taart/koekje.
Proefje 2: Kleien
Klei, bakvormpjes, mes, bord, cake vormpjes.
Proefje 3: Bakker bingo
Gelamineerde bingo kaart, kruisjes of een stift.
Proefje 4: Aardbeiden tellen
Gelamineerde en geknipte aardbeien, gelamineerde taart, dobbelsteen met ogen.
Proefje 5: Zoek en praatplaat 'De bakker'
Gelamineerde praatplaat.
Proefje 6: Zandtaartjes maken
Bakvormpjes, lepel, cakevormpje, lepel, spatel, garde, speelgoed taartje/brood/cake/koekje.
Proefje 7: Koekje knutselen
Kartonnen bordjes, scheerschuim, bruine verf, zwart papier, schort, vuilniszakken om te voorkomen dat de tafel vies wordt.
Proefje 8: Memoryspel bakker
Bijlage memory
Proefje 9: Praat en Kleurplaat De bakker bakt brood
Praat en kleur plaat als bijlage, kleurtjes.
De professor heeft een schort aan en een bakkersmuts op het hoofd. Neem een voor een de voorwerpen uit de tas/mandje (bijv. het brood, de taart, het koekje) en vraag of de kinderen weten wat het is en waarvoor het gebruikt wordt. Vraag welke kinderen er weleens bij de bakker zijn geweest en wat ze daar hebben gekocht en lekker vinden. Geef een korte uitleg over de proefjes.
Gebruik levensechte materialen en/of speelgoed koek, taart, brood.
Het is leuk als alle kinderen vooraf al een bakkersmuts hebben geknutseld die ze tijdens het lab op hun hoofd kunnen dragen.
Aan het einde van het lab een lekker koekje uitdelen.
Kring:
Een mand/tas met (speelgoed) brood, koek, taartje.
Een schort, bakkersmuts, deegroller, garde, kom.
Proefje 1: De bakker in de keuken
Schort, bakkersmuts, deegroller, bakvormpjes, speeloventje, speelgoed brood/taart/koekje.
Proefje 2: Kleien
Klei, bakvormpjes, mes, bord, cake vormpjes.
Proefje 3: Bakker bingo
Gelamineerde bingo kaart, kruisjes of een stift.
Proefje 4: Aardbeiden tellen
Gelamineerde en geknipte aardbeien, gelamineerde taart, dobbelsteen met ogen.
Proefje 5: Zoek en praatplaat 'De bakker'
Gelamineerde praatplaat.
Proefje 6: Zandtaartjes maken
Bakvormpjes, lepel, cakevormpje, lepel, spatel, garde, speelgoed taartje/brood/cake/koekje.
Proefje 7: Koekje knutselen
Kartonnen bordjes, scheerschuim, bruine verf, zwart papier, schort, vuilniszakken om te voorkomen dat de tafel vies wordt.
Proefje 8: Memoryspel bakker
Bijlage memory
Proefje 9: Praat en Kleurplaat De bakker bakt brood
Praat en kleur plaat als bijlage, kleurtjes.
In de bijlage is het format van de meertaligheid poster te vinden! Mocht je andere culturen willen toevoegen, laat het weten! Gebruikt de poster op A3 papier in de kring om meertaligheid te creeëren in je lab.
Laat je kind het schort en de muts opzetten.
In de keuken gaan jullie samen met verschillende spullen bakkertje spelen.
Wat heb je aan? Wat ga je bakken? Wat heb je nodig?Wat vind je lekker om te bakken? Hoeveel koekjes zullen we bakken?
Maak samen van de klei een koekje, taart of een brood.
Wat bakt een bakker allemaal? Wat ga je maken? Wat vind je lekker? Welke vorm heeft dat?
Voel samen aan het scheerschuim en meng er een beetje bruine verf doorheen.
Smeer met jullie vingers de scheerschuimverf op het bordje. Daarna legt je kindje de rondjes op het geknutselde koekje.
Hoe voelt het scheerschuim?
Wat gebeurt er als we er bruine verf op doen?
Wat voor koekje gaan we maken?
Wat voor koekje vind jij lekker?
Gooi samen de dobbelsteen.Tel samen de stippen op de dobbelsteen.Zoveel aardbeien mogen jullie op de taart leggen. Doe dit een paar keer.
De aardbeien zijn toegevoegd als bijlage bij proefje 3.Wat voor taarten vind jij lekker? Hoeveel aardbeien wil jij op de taart?
Praat samen met je kindje over wat je ziet en zoek:de taart, het brood, het stokbrood, de aardbeien, de bakker, de deegroller.
Hoeveel taartjes zie jij?
Wat heeft de bakker aan?
Wat vind je lekker?
Voel samen aan het zand en maak met de verschillende materialen zandtaartjes en koekjes.
Wat hebben we nodig?
Wat bakt een bakker allemaal?
Hoe ziet dat eruit?
Wat zal ik voor jou bakken?
Het Peuterlab en Kleuterlab
Van Beethovensingel 126
3133 EA Vlaardingen
T: 010 - 23 22 111
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.