Verzamel alle baby spullen (luier,flesje, sokjes, muts en een knuffel) in een kist. We halen alle spullen er 1 voor 1 uit en gaan benoemen wat het is. Misschien weten de kinderen wel wat het is. We gaan nu samen de baby aankleden anders krijgt de baby het koud. Is de baby een jongen of een meisje? Wie heeft er thuis een baby broertje of een zusje? We introduceren de 5 baklijst worden. We gaan uitleggen wat we bij de proefjes gaan doen. Het liedje wordt gestart en we gaan daarna aan het werk met z'n alle. 

De kist kan je nog verder uitbreiden. Ook wat je in de kring gaat doen met de kinderen. Dit kan je zelf goed aanvoelen bij de kinderen wat haalbaar is.

Als je merkt dat de concentratie kort is ga je niet de baby aankleden in de kring maar alleen aanwijzen en benoemen van de spullen. 
Een tafel met kleurplaten neerleggen om voor kinderen die wachten of klaar zijn, zo heeft iedereen altijd iets te doen.

Ouders vragen wat in hun cultuur gebruikelijk is bij de geboorte van een kindje (misschien wat anders dan beschuit met muisjes)

Proefje 1: Baby wassen en drogen
Een bad, een pop, een washandje, handdoek, zeep, badeend ( iets voor in het water)

Proefje 2: Lichaam herkennen
Een gelammineerd lichaam, gelammineerde ogen, mond, neus, sokken, luier

Proefje 3: baby naar bed brengen
een pop, een baby bed, een knuffel, een dekentje, voorleesboeken

Proefje 4: verschillende flessen vullen
Verschillende maten/kleuren flessen, een schenkkannetje 

Proefje 5: Beschuit smeren
Beschuit, muisjes, boter, een mes.

Kleurplaten en potloden voor aan tafel als kinderen klaar zijn of moeten wachten. 
Het is leuk om bij elk proefje een pop neer te leggen voor aankleding en waar ze over kunnen praten.