Mijn lichaam

Onderwerp:
lichaam
Door: Denise Daniels
Laatst bewerkt op: 15 juni 2023
Vandaag kijken we naar ons lichaam. Waar hoort alles te zitten op je lichaam. Wat doe je met bepaalde lichaamsdelen(ruiken, voelen, proeven) Zien we er allemaal hetzelfde uit of anders?

Handig!

Liedjes

Thuiskaart
Lab: Mijn lichaam

Mijn lichaam
Wat doe je?
Onderzoek je eigen lichaam.

Oefen deze woorden thuis

  • de neus
  • het oor
  • de hand
  • de mond
  • het been
  • lichaam (onderwerp)
Proefje
Kijk in de spiegel naar je eigen lichaam. En benoem je lichaamsdelen. Waar zit je neus? Waar is mijn been? Waar zitten je oren? Hoeveel handen heb je? Waar is je mond? Zoek op Youtube het liedje: Dit zijn mijn wangentjes en dit is mijn kin en zing samen met je kindje het liedje en wijs de lichaamsdelen die je hoort aan.
Lab: Mijn lichaam

Benodigdheden

Kring: Boekje mijn Lichaam, plaatje van het lichaam en een pop.

Proefje 1: Titel, Mijn lichaam(flapjesboek)
Boekje mijn Lichaam, plaatje van het lichaam en een pop.

Proefje 2: Titel, Hoe ziet je gezicht eruit?
Spiegel, plaatje met een leeg hoofd, ogen, neus, mond, wenkbrauwen en lijm.

Proefje 3: Titel, Wat proef je?
Citroen, suiker, zout en eventueel een blinddoek.

Proefje 4: Titel, Wat voel je?
Bont, Leer, schuurpapier, piepschuim en scheerschuim.

Proefje 5: Titel, Lichaampje prik
Plaat menselijk lichaam en een blinddoek.

  • Kring openen

    We openen het peuterlab in de kring met het openingslied. We leggen uit waar het peuterlab vandaag over gaat. Daarna lezen we het boek, mijn lichaam. We benoemen de lichaamsdelen en vragen de kinderen dit aan te wijzen op hun eigen lichaam (baklijst woorden) Na het voorlezen, vertellen we welke proefjes er vandaag te doen zijn en kunnen de ouders met hun kind starten aan deze proefjes. Als alle proefjes zijn gedaan, laten we het opruimlied horen en eindigen we in de kring. 

  • Tips

    Nodig iemand van Jeugd en gezin uit of bijvoorbeeld een huisarts.

  • Benodigdheden

    Kring: Boekje mijn Lichaam, plaatje van het lichaam en een pop.

    Proefje 1: Titel, Mijn lichaam(flapjesboek)
    Boekje mijn Lichaam, plaatje van het lichaam en een pop.

    Proefje 2: Titel, Hoe ziet je gezicht eruit?
    Spiegel, plaatje met een leeg hoofd, ogen, neus, mond, wenkbrauwen en lijm.

    Proefje 3: Titel, Wat proef je?
    Citroen, suiker, zout en eventueel een blinddoek.

    Proefje 4: Titel, Wat voel je?
    Bont, Leer, schuurpapier, piepschuim en scheerschuim.

    Proefje 5: Titel, Lichaampje prik
    Plaat menselijk lichaam en een blinddoek.

  • Meertaligheid

Proefjes

Boekje: Mijn lichaam(flapjesboek)

Proefje

Boekje: Mijn lichaam(flapjesboek)
Lab: Mijn lichaam

Wat doe je?

We kijken samen in het flapjesboek

Wat zeg je?

Wat zie je allemaal? Waar zitten je armen? Waar zit je neus? Wat doe je met je neus? Wat doe je met je oren? Wat doe je met je mond?

Hoe ziet je gezicht eruit?

Proefje

Hoe ziet je gezicht eruit?
Lab: Mijn lichaam

Wat doe je?

Kijk in de spiegel naar je gezicht en kijk goed waar alles zit. Nu ga je op het hoofd alles plakken.

Wat zeg je?

Waar zit je neus? Waar zit je mond? Waar zitten je oren? Waar zitten je wenkbrauwen? Waar zitten je ogen? Hoeveel oren heb je? Wat kan je met je neus doen? Waarmee kan je horen?

Wat proef je?

Proefje

Wat proef je?
Lab: Mijn lichaam

Wat doe je?

Proeven met je ogen dicht. Doe de blinddoek om bij je kind. Pak een stukje fruit en geef dit aan je kind. Wat proeft je kind?

Wat zeg je?

Met je lichaam kan je verschillende dingen doen. Horen, ruiken, zien en proeven. Met je mond kan je proeven en praten. Waar zit je mond? We gaan nu proeven. Wat proef je? Proeft dit zoet? Proeft dit zout? Proeft dit zuur? Wat kan je met je oren? Horen! Wat kan je met je handen? Zwaaien! Wat kan je met je benen? Lopen!

Wat voel je?

Proefje

Wat voel je?
Lab: Mijn lichaam

Wat doe je?

Met je ogen dicht voelen. Doe de blinddoek om bij je kind. Pak 1 van de materialen en laat je kind voelen. Wat voelt je kind?

Wat zeg je?

Met je lichaam kan je verschillende dingen. Met je oren kan je horen, met je neus kan je ruiken. Met je mond kan je proeven. Met je handen kan je voelen. Doe je ogen maar dicht. Wat voel je nu? Is het hard of zacht? Is het koud of warm? Is het glad of ruw?

Lichaampje prik

Proefje

Lichaampje prik
Lab: Mijn lichaam

Wat doe je?

Kan jij met een blinddoek de lichaamsdelen op de juiste plek aanwijzen. Bijvoorbeeld je neus, oren, mond, handen en benen.

Wat zeg je?

Je lichaam is heel groot. Boven op zit je hoofd. Waar zit je neus op je hoofd? Waar zit je mond? Waar zitten je oren? Weet jij waar je benen zitten? Waar zitten je handen? Is dit nog lastig, dan zonder blinddoek.

    Plaats een reactie

    U dient in te loggen om een reactie te plaatsen.