Onderwerp: het circus |
Proefje 1: Bouw het circus.
Tafel/rode kleed/kabla en hekjes/dieren/poppetjes/stro en zaagsel/plaatjes van circustent.
Proefje 2: Verkleed je zelf als clown.
Verkleedrek met spiegel/hoeden/pruik/schoenen/strik/schmink/kwasten/sponsjes/voorbeelden/bakje water/tissues/afvalbakje.
Proefje 3: Balanceren op een bal.
1 á 2 ballen/voorbeeld plaatje balancerende clown en acrobaat/stoepkrijt/spiegel.
Proefje 4: Circus parcours.
Hoepels/bankjes/krukjes/pijlen met cijfers.
Proefje 5: Zoek de neus van de clown.
Aantal afbeeldingen van het gezicht van de clown/figuren.
Proefje 6: Kleiplaat clown
Klei, kleiplaat clown (zie bijlage)
Proefje 7: Praatplaat circus
Praatplaat circus (zie bijlage)
Proefje 8: Kleur de vormen in
Potloden/krijtjes, kleurplaat vormen (zie bijlage)
Proefje 9: Clownsneus schminken
Schmink, afbeelding clown
Tijdens de opening introduceer je het thema: Het is leuk om jezelf om te kleden als clown (grote schoenen, pruik, rode neus, gekke haren). Je vraagt aan de kinderen of ze wel eens naar een circus zijn geweest en laat de tent zien. We vragen aan de kinderen: "wie werken er in het circus?" We laten een aantal plaatjes zien van mensen die in het circus werken, maar de clown ontbreekt. We vragen:"missen we nog iemand?" Ja, de clown is er nog niet. Professor wordt omgekleed tot clown. Met behulp van de kinderen en de ouders in de kring. De clown gaat wiebelig op een krukje staan (erop) en valt eraf. Ook probeert de clown door een hoepel (cirkel) te gaan, maar dat lukt niet, het gezicht van de clown kijkt verdrietig. Welk kindje durft het voor te doen? De profesor legt uit dat alle kinderen en ouders, die durven, het ook mogen proberen en zegt dat proefje 4 staat al klaar staat. Daarna legt de professor/clown de andere proefjes uit en laat zien waar die proefjes staan. Ook introduceren we de 5 BAK-woorden. En leggen we uit dat het belangrijk is om veel (taal uitlokkende) vragen aan de kinderen te stellen om de interactie en de taal te stimuleren.
Waarschijnlijk zullen niet alle kinderen het circus kennen. Het is leuk om bijv. een IKEA circus tentje neer te zetten of van een dansdoek een circustent te maken.
Proefje 1: Bouw het circus.
Tafel/rode kleed/kabla en hekjes/dieren/poppetjes/stro en zaagsel/plaatjes van circustent.
Proefje 2: Verkleed je zelf als clown.
Verkleedrek met spiegel/hoeden/pruik/schoenen/strik/schmink/kwasten/sponsjes/voorbeelden/bakje water/tissues/afvalbakje.
Proefje 3: Balanceren op een bal.
1 á 2 ballen/voorbeeld plaatje balancerende clown en acrobaat/stoepkrijt/spiegel.
Proefje 4: Circus parcours.
Hoepels/bankjes/krukjes/pijlen met cijfers.
Proefje 5: Zoek de neus van de clown.
Aantal afbeeldingen van het gezicht van de clown/figuren.
Proefje 6: Kleiplaat clown
Klei, kleiplaat clown (zie bijlage)
Proefje 7: Praatplaat circus
Praatplaat circus (zie bijlage)
Proefje 8: Kleur de vormen in
Potloden/krijtjes, kleurplaat vormen (zie bijlage)
Proefje 9: Clownsneus schminken
Schmink, afbeelding clown
Het Peuterlab en Kleuterlab
Van Beethovensingel 126
3133 EA Vlaardingen
T: 010 - 23 22 111
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.