We gaan naar de supermarkt

Onderwerp:
boodschappen doen
Door: helen robles
Laatst bewerkt op: 06 juli 2023
We gaan naar de supermarkt om boodschappen te doen. We nemen geld en een boodschappentas mee. Op een boodschappenlijst staan de boodschappen geschreven Bij de kassa gaan we met het geld betalen voor de boodschappen.

Handig!

Liedjes

Thuiskaart
Lab: We gaan naar de supermarkt

We gaan naar de supermarkt
Wat doe je?
Ga samen met je kind naar een supermarkt.

Oefen deze woorden thuis

  • afrekenen
  • de boodschappen doen
  • de boodschappenkar
  • boodschappen doen (onderwerp)
  • de kassa
  • het boodschappenlijstje
Proefje
Jullie gaan boodschappen doen in de supermarkt. Maak eerst een boodschappenlijstje. Wat gaan we kopen? Wat voor fruit gaan we kopen? De boodschappen doen we in de boodschappenkar. Kan je de boodschappen in de boodschappentas doen? Ga je mee naar de kassa om af te rekenen?
Lab: We gaan naar de supermarkt

Benodigdheden

 

Kring: Benodigdheden, benodigdheden

Proefje 1: Titel
Benodigdheden, benodigdheden

Proefje 2: Titel
Benodigdheden, benodigdheden

Afbeeldingen van een boodschappenkar, fruit en groenten,  geld, winkeltje met een kassa (dit hebben we op de groep)  om af te rekenen, een boodschappenkar,  boodschappentas, kleurplaten, kleurpotloden, tijdschriften en folders om boodschappen uit te knippen en scharen.

  • Kring openen

    We gaan naar de supermarkt  om boodschappen te doen. We gaan fruit, groente en brood kopen. We maken een boodschappenlijstje. We nemen een boodschappentas en geld mee. In de supermarkt pakken we een boodschappenkar om de boodschappen in te doen. Daarna lopen wij naar de kassa om te betalen/ af te rekenen met het geld. De boodschappen doen we in de boodschappentas. We krijgen een kassabon. Ik heb folders van de supermarkt meegenomen. We scheuren of knippen een artikel uit voor de boodschappenlijst. 

  • Tips

  • Benodigdheden

     

    Kring: Benodigdheden, benodigdheden

    Proefje 1: Titel
    Benodigdheden, benodigdheden

    Proefje 2: Titel
    Benodigdheden, benodigdheden

    Afbeeldingen van een boodschappenkar, fruit en groenten,  geld, winkeltje met een kassa (dit hebben we op de groep)  om af te rekenen, een boodschappenkar,  boodschappentas, kleurplaten, kleurpotloden, tijdschriften en folders om boodschappen uit te knippen en scharen.

  • Meertaligheid

Proefjes

Een boodschappenlijst maken

Proefje

Een boodschappenlijst maken
Lab: We gaan naar de supermarkt

Wat doe je?

Je maakt een boodschappenkar en knipt/scheurt producten van de folder van de supermarkt uit. Die plak je op het karretje. Als je boodschappen wilt doen, ga je naar de supermarkt. We moeten eerst een boodschappenlijstje maken, daarop schrijven we de boodschappen op. De boodschappen moeten in de kar. Welk fruit en welke groente doen we in de kar? Als de boodschappen in de kar zitten, lopen we naar de kassa met het geld om af te rekenen.

Wat zeg je?

We gaan een boodschappenlijstje maken. Wat hebben we nodig? Wat moeten we kopen? Knip dat maar uit en plak het op de boodschappenkar. Wat voor boodschappen zitten in de kar? We lopen nu in de supermarkt naar de kassa om met het geld af te rekenen.

Fruit en groente uit ons winkeltje kopen

Proefje

Fruit en groente uit ons winkeltje kopen
Lab: We gaan naar de supermarkt

Wat doe je?

We gaan naar de fruit en groente afdeling om boodschappen te doen. We kijken op het boodschappenlijstje wat we nodig hebben. Pak groente en fruit uit het winkeltje en stop het in de boodschappenkar. We pakken het geld om af te rekenen bij de kassa.

Wat zeg je?

Welk fruit en groente wil je kopen? Wat ligt er in de boodschappenkar? Kun je het eten? Wat vind je lekker? Wat moeten we nu doen nu we alle boodschappen hebben? Gaan we naar de kassa om af te rekenen?

Boodschappen sorteren

Proefje

Boodschappen sorteren
Lab: We gaan naar de supermarkt

Wat doe je?

We kijken op het boodschappenlijstje. Zoek de boodschappen uit op tafel, wat voor fruit is het? Wat voor groente is het? We doen de boodschappen in een boodschappenkar om straks af te rekenen bij de kassa.

Wat zeg je?

Kijk naar de boodschappen. Wat zit er in de boodschappenkar? Wat is fruit? Wat is groente? Voor wie heb je het gekocht? Wat voor kleur heeft een banaan, een appel, een wortel?

Boodschappen tellen

Proefje

Boodschappen tellen
Lab: We gaan naar de supermarkt

Wat doe je?

We gaan boodschappen doen met een boodschappenlijstje. Leg de boodschappen in een boodschappenkar. Bij de kassa worden de boodschappen geteld. Daarna gaan we afrekenen.

Wat zeg je?

We hebben boodschappen gedaan. In de boodschappenkar liggen bananen, appels en wortels. Wat hebben we nog nodig van het boodschappenlijstje? Hoeveel bananen zijn er? Hoeveel appels zijn er? Hoeveel wortels zijn er? Gaan we nu naar de kassa om af te rekenen?

Kleurplaat van fruit

Proefje

Kleurplaat van fruit
Lab: We gaan naar de supermarkt

Wat doe je?

Leg een aantal kleurplaten met kleurpotloden op tafel. Op de kleurplaat kan je zien wat voor boodschappen er zijn gedaan. Die kunnen ook in een boodschappenkar gelegd worden. Bij de tafel zijn er een aantal stoelen, waarop gezeten kan worden om te kleuren.

Wat zeg je?

Hier op tafel liggen een aantal kleurplaten. Op de kleurplaat kan je zien wat voor boodschappen we hebben gedaan met een boodschappenlijstje. Met een boodschappenkar zijn we naar de kassa geweest om het fruit af te rekenen. U mag samen met uw kind kleuren. U mag zelf kiezen welke kleurpotloden u en uw kind gebruiken.

    Plaats een reactie

    U dient in te loggen om een reactie te plaatsen.