Wij gaan naar de bakkerij


	Onderwerp: boodschappen doen

Door: Shouraya elouahabi

Laatst bewerkt op: 08 april 2024

Wat koop je meestal als je naar de bakker gaat? Wat kan je daar allemaal halen? Ben jij weleens bij de bakker geweest? We gaan koekjes versieren en onze eigen deeg maken.

Handig!

Thuiskaart
Lab: Wij gaan naar de bakkerij

Wat doe je?

Ga samen naar een bakkerij en bekijk wat voor eten je allemaal kan kopen bij de bakker. Benoem wat je ziet.

Oefen deze woorden thuis

Proefje

Wij zijn bij de bakker. Wat voor koekjes vind jij lekker? Hoe ruiken de koekjes? Wat kunnen we hier allemaal kopen? Waar ligt het brood? Waar ligt de taart?

Print thuiskaart

Kring openen

Je maakt een kring. Zet je kokmuts op en als iedereen in de kring zit vraag je of iemand wel eens naar de bakker gaat om spullen te kopen. Je laat de tas met eten erin zien. ( daar zit een taart in, de koek, het brood en het meel) vraag naar de ervaringen die de kinderen hebben bij de bakker en wat zij daar wel is kopen met mama of papa.
Tips

Vraag aan de locatie of zij spullen hebben die te maken hebben met een bakkerij zoals brood, koek, meel, en een kokmuts. Wellicht is er ook een bakker als themahoek voor rollenspel.
Benodigdheden

Kring: Taart, koekjes meel en brood.

Proefje 1: Koekjes kleien
Klei, deegroller en eventueel vormpjes.

Proefje 2: Taart versieren
Gekleurd papier, lijm en scharen.

Proefje 3: Broodvormpjes maken
Brood en vormpjes

Proefje 4: Zoutdeeg maken
Zout, bloem, olie, kom, kop, water en vormpjes

Proefje 5:
Meertaligheid

Proefjes

Koekjes kleien

Proefje

Koekjes kleien

Lab: Wij gaan naar de bakkerij

Wat doe je?

Maak van de klei een koekje.

Wat zeg je?

Jij bent de bakker en gaat koekjes maken. Wat voor koekjes wil jij maken? Wat voor koekje vind jij lekker? Welke vorm heeft het koekje? Welke koekjes kopen wij weleens bij de bakker of in de supermarkt?

Gebruik de woorden:
de bakker lekker boodschappen doen (onderwerp)kleur kopen maken (vervaardigen)

Print proefje

Taart versieren

Extra materiaal

Proefje

Taart versieren

Lab: Wij gaan naar de bakkerij

Wat doe je?

Taart versieren met gekleurd papier.

Wat zeg je?

Jij bent de bakker en gaat een taart maken. Wat wil jij op je taart? Wat voor kleuren heeft jouw taart? Welke vorm wordt jouw taart? Welke taart vind jij lekker? Wat voor taart kopen wij weleens bij de bakker/in de supermarkt?

Gebruik de woorden:
de bakker lekker boodschappen doen (onderwerp)kleur kopen maken (vervaardigen)

Print proefje

Broodvormpjes

Proefje

Broodvormpjes

Lab: Wij gaan naar de bakkerij

Wat doe je?

Maak vormpjes met brood.

Wat zeg je?

Jij bent in de bakker en gaat broodvormpjes maken. Wat voor vormpje wil jij gebruiken? Wat voor brood vind jij lekker? wat voor kleur is het brood?

Gebruik de woorden:
de bakker lekker boodschappen doen (onderwerp)kleur kopen maken (vervaardigen)

Print proefje

Zoutdeeg maken

Proefje

Zoutdeeg maken

Lab: Wij gaan naar de bakkerij

Wat doe je?

Jij gaat zelf zoutdeeg maken. Net zoals de bakker taart en koekjesdeeg maakt in de bakkerij. Meng 1 kop water en 1 kop zout in een kom. Voeg beetje bij beetje bloem toe en kneed dit met je handen. Doe een eetlepel olie en kneed het goed samen, ook liggen er vormpjes bij die je kan gebruiken.

Wat zeg je?

jij bent de bakker en jij gaat jou eigen zoutdeeg maken. Hoe voelt het deeg? Hoe ruikt het? Welke vormpjes zien wij hier allemaal? Ruikt het lekker? Welke kleur heeft het deeg?

Gebruik de woorden:
de bakker lekker boodschappen doen (onderwerp)kleur kopen maken (vervaardigen)

Print proefje