We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Onderwerp:
de boerderij
Door: Agnieszka van Maren
Laatst bewerkt op: 06 mei 2025
Vandaag gaan we op bezoek bij de boerderij. Samen ontdekken we wat er allemaal gebeurt op de boerderij en wat de boer of boerin doet. We ontmoeten allerlei dieren. Maar weten we eigenlijk hoe de baby’s van boerderijdieren heten? En wat eten deze dieren?

Handig!

Liedjes

Thuiskaart
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)
Wat doe je?
We spelen de boerderij.

Oefen deze woorden thuis

  • de boer
  • de boerderij
  • het hooi
  • het stro
  • voeren (dieren)
Proefje
Heb je thuis boerderijdieren? Speel een boerderijtje! Jij bent de boer of boerin en voert de dieren. Wat eten ze? En hoe heten hun baby’s? Heb je geen boerderijdieren? Teken ze dan samen met je ouder op papier, plak de tekeningen op een stuk karton (bijvoorbeeld van een verpakking), en spelen maar!
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Benodigdheden

1. De kleren van de boer(in)
Geprinte bijlage, papier, scharen, lijm, stiften, potlooden, eventueel kranten met foto's van kleding.

2. Etenstijd!
Bak met hooi, gras, stro, granen, mais, haver, granen, brokken, poster meertaligheid en/of foto's van dieren.

3. Boerderijdieren memory
Gedrukte en geplastificeerde memory kaarten.

4. Varken in de modder kleien
Geprintte en geplastificeerde modderpoel, klei.

5. Mandjes vlechten
Geptintte op dikker papier bijlage, gekleurde papier/strokjes, schaar, lijm. 

6. Samen een boekje over boerderij lezen
Boek(jes) over boerderij

7. Eieren tellen
Speeleieren en eierdozen, eventueel getekende of geprintte eieren.

  • Kring openen

    Neem een boek over de boerderij met grote platen en bespreek met de kinderen welke dieren er op een boerderij leven, wat ze eten en wie er voor hen zorgt. Voor deze activiteit heb je allerlei soorten dierenvoer nodig. Bespreek dit ook met de kinderen in de kring. Gebruik zachte speelgoeddieren, bijvoorbeeld van Duplo of andere modeldieren, en laat de kinderen ze benoemen. Vraag ook hoe de jonge dieren heten. Vraag of de kinderen wel eens op een (kinder)boerderij zijn geweest en welke dieren ze daar hebben gezien. Je kunt ook de dierengeluiden nadoen en vragen of de kinderen deze dieren herkennen.

  • Tips

  • Benodigdheden

    1. De kleren van de boer(in)
    Geprinte bijlage, papier, scharen, lijm, stiften, potlooden, eventueel kranten met foto's van kleding.

    2. Etenstijd!
    Bak met hooi, gras, stro, granen, mais, haver, granen, brokken, poster meertaligheid en/of foto's van dieren.

    3. Boerderijdieren memory
    Gedrukte en geplastificeerde memory kaarten.

    4. Varken in de modder kleien
    Geprintte en geplastificeerde modderpoel, klei.

    5. Mandjes vlechten
    Geptintte op dikker papier bijlage, gekleurde papier/strokjes, schaar, lijm. 

    6. Samen een boekje over boerderij lezen
    Boek(jes) over boerderij

    7. Eieren tellen
    Speeleieren en eierdozen, eventueel getekende of geprintte eieren.

  • Meertaligheid

    Leg posters met boerderijdieren in meerdere talen op de tafels of in de speelhoeken, en geef een kopie aan ouders die dit nodig hebben. Gebruik deze poster om de namen van de dieren en hun jongen in het Nederlands aan te leren. Ouders mogen in de open plekken op de poster de namen in hun eigen taal opschrijven.

Proefjes

De kleren van de boer(in)

Proefje

De kleren van de boer(in)
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan de boer of de boerin aankleden. Eerst teken je de kleding op papier, daarna kun je het uitknippen en jouw boer of boerin aankleden. Praat samen over wat de boer(in) aan heeft en waarom.

Wat zeg je?

De boer en de boerin werken op de boerderij. Ze moeten de hele dag hard werken. Wat doen ze allemaal op de boerderij? Ze voeren de dieren, maken de hokken schoon en verzorgen de dieren. Welke schoenen dragen ze? Hebben ze een korte of een lange broek aan? Waarom denk je dat? Draagt een boer iets op zijn hoofd of aan zijn handen? Wat zou dat kunnen zijn?

Etenstijd!

Proefje

Etenstijd!
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan uitzoeken wat de boerderijdieren eten. In de bak vind je allerlei soorten voer. Sorteer het samen en bespreek welk dier welk voer lekker zou vinden.

Wat zeg je?

Kijk eens, iemand heeft al het eten van de boerderijdieren door elkaar gegooid! Arme boer — hij wil de dieren voeren, maar nu zit alles door elkaar. Help jij de boer het eten te sorteren en naar de juiste dieren te brengen? Wie eet hooi en wie stro? Wie eet brokjes, en wie liever granen of haver?

Boerderijdieren memory

Proefje

Boerderijdieren memory
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan memory spelen! In deze memory zoek je de mama's en hun baby’s bij elkaar. Hoe heten deze dieren en hun kleintjes?

Wat zeg je?

Zullen we samen memory spelen? We zoeken de boerderijdieren bij elkaar: de mama en haar kind. Op de boerderij worden elk jaar jonge dieren geboren. De boer of boerin verzorgt ze goed. Ze krijgen schoon stro, hooi en elke dag vers voer. Weet jij hoe de babydieren heten? Lukt het ons om alle paren te vinden?

Varken in de modder kleien

Proefje

Varken in de modder kleien
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan varkens kleien.

Wat zeg je?

We gaan varkens kleien en die in de modderpoel latten springen. De boer vind het leuk om naar blije varkens te kijken. Hij voert ze, geeft ze schone stro of hooi in hun hok en zorgt dat ze lekker in de modder kunnen rollen. Varkens houden van modder. Op de boerderij hebben de vaak een modderpoel om lekker in te kunnen spellen. Weet je waarom varkens het doen?

Mandjes vlechten

Proefje

Mandjes vlechten
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan mandjes vlechten. Knip op de gestreepte lijnen. Plak een lange strook papier op het zwarte puntje en vlecht het door de geknipte strookjes heen totdat je een mandje krijgt.

Wat zeg je?

De boer op de boerderij houdt vaak ook de kippen bij. In de kippenhok in het stro of in het hooi liggen de eieren. Om de eieren te rapen, gebruikt hij een mandje. We gaan een mandje vlechten. Hoe zou jij en mand op een boerderij kunnen gebruiken?

Samen een boekje over boerderij lezen

Proefje

Samen een boekje over boerderij lezen
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan samen een boekje lezen. Je kunt ook samen de plaatjes bekijken en praten over wat je ziet.

Wat zeg je?

We gaan een boekje lezen. Welke kies je? Waar gaat het boekje over? Is er een boer of een boerin in het boekje? Welke dieren staan in het boek? Wat doen ze? Wat eten deze dieren? Wie voert ze? Zijn er ook jonge dieren te zien? Welke dieren heb je in het echt gezien? Welke dieren ken je nog niet?

Eieren tellen

Proefje

Eieren tellen
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan eieren tellen. Tot hoeveel kun je tellen?

Wat zeg je?

Op een boerderij leven verschillende dieren die eitjes leggen. Welke dieren leggen eieren? Kip, gans, kalkoen. En natuurlijk alle vogels. In de kippenhok rapt de boer elke dag verse eieren. Hoeveel eieren waren er vanmorgen? Tel je mee? Weet je wat eet een kip? Weet je hoe de kippenhok er uitziet van binnen?

Een lammetje maken

Proefje

Een lammetje maken
Lab: We gaan op bezoek bij de boerderij (kleuterlab)

Wat doe je?

We gaan een lammetje maken. Gebruik je creativiteit en gebruik de beschikbare materialen. Praat eerst over hoe een lammetje eruitziet en waar ze woont.

Wat zeg je?

We gaan een lammetje maken. Weet je wie is de mama van een lammetje? Hoe ziet een lam er uit? Met wat voert de boer zijn lammetjes en schapen? En, wat denk je, waar op de boerderij wonen de schapen? Waar slapen ze? In een bed of op een stok?

    Plaats een reactie

    U dient in te loggen om een reactie te plaatsen.